Wat krijgen we na de Tweede Kamerverkiezingen?
- Said El Jaddaoui

- 2 nov
- 2 minuten om te lezen
De verkiezingen zijn voorbij. De stemmen zijn geteld, de debatstudio’s zijn opgeruimd, en de politici hebben hun beste glimlach weer opgezet voor de camera’s. Maar nu de rook
langzaam optrekt, blijft de hamvraag boven Den Haag hangen als een grijze herfstmist:
krijgen we een centrumlinks kabinet dat zegt op te komen voor de mensheid – of een
centrumrechts kabinet dat vooral de rijke mensheid bedient?

Nederland staat er anno 2025 niet florissant voor. De ongelijkheid groeit, de huizenprijzen
blijven absurd, het klimaatbeleid lijkt meer op een spreadsheet dan op visie, en de burger –
ja, die eeuwige burger – voelt zich alweer vergeten. De politieke campagnes stonden vol
beloftes over bestaanszekerheid, betaalbare zorg, en rechtvaardigheid. Maar achter de
slogans schuilen de oude patronen.
De partijen aan de linkerzijde spraken over solidariteit, duurzaamheid en herverdeling. Ze
beloofden dat niemand in Nederland in armoede zou hoeven leven, dat jongeren weer een
kans krijgen op een woning, en dat winst niet langer boven welzijn mag staan. Mooie
woorden – maar de praktijk leert dat zodra het regeerakkoord op tafel ligt, de idealen
inruilen voor compromissen een nationale sport wordt.
Aan de rechterkant klonk het vertrouwde refrein: “werk loont”, “eigen
verantwoordelijkheid”, “minder regels”. Ook daar horen we beloftes, maar de ondertoon is
helder: de markt weet het beter dan de mens. De ondernemer, de belegger, de
‘hardwerkende Nederlander’ – ze worden gekoesterd. De rest? Die mag hopen dat de
druppels van de welvaartstrickle-down genoeg zijn om van te drinken.
Wat we werkelijk nodig hebben, is een minister-president voor de mensheid – niet voor de
portemonnee. Iemand die begrijpt dat politiek niet alleen draait om cijfers, maar om levens.
Een leider die durft te zeggen: “Wij regeren niet voor aandeelhouders, maar voor kinderen
die in armoede opgroeien. Voor ouderen die zorg nodig hebben. Voor nieuwkomers die een
toekomst zoeken. Voor studenten die dromen van een eerlijke start.”
Toch vrees ik dat we opnieuw belanden bij een centrumrechts kabinet met een likje sociaal
saus. Het recept is bekend: een beetje belastingverlaging hier, een symbolische
klimaatmaatregel daar, en een commissie om de rest uit te stellen tot na de volgende
verkiezingen. Want échte verandering is eng, zeker als het botst met belangen van machtige
bedrijven of rijke donoren.
Maar misschien, heel misschien, verrast Nederland ons dit keer. Misschien komt er een
centrumlinks kabinet dat beseft dat samenwerking en solidariteit niet ouderwets zijn, maar
noodzakelijk. Dat begrijpt dat investeren in mensen, onderwijs, zorg en duurzaamheid niet
‘kosten’ zijn, maar de basis van een gezonde samenleving.
We hebben genoeg gehad van managers als premiers. We hebben behoefte aan een mens.
Iemand die niet alleen de cijfers ziet, maar ook de gezichten erachter.
Na 29 oktober 2025 weten we het nog steeds niet zeker: worden we geregeerd door een
kabinet van hart of van geld? Maar één ding is duidelijk – het land snakt naar warmte in een
tijd van kilte. En wie dat weet te brengen, wie oprecht durft te kiezen voor de mens boven
het systeem, die zal niet alleen premier zijn van Nederland, maar premier van de mensheid.

Opmerkingen